In 2022 en 2023 duikt het Huis van Alijn in zijn deelcollectie poppenspel. Met een projectsubsidie van de Vlaamse Overheid doen we een inhaalbeweging om de digitale data van deze collectie uit te breiden. Centraal staan de verdiepende registratie en digitalisering van poppen, figuren en archiefmateriaal (foto's, affiches, tekeningen). We experimenteren ook met audiovisuele technieken om het bijhorende immateriële erfgoed vast te leggen en te registeren in onze museale collectie. Wat we hier uit leren, delen we met de sector.
Dat het Huis van Alijn een uitgebreide collectie poppen bewaart is niet verwonderlijk. Poppenspel zit in het DNA van het museum. Pierke van Alijn en zijn voorlopers (Spelleke van de Muide en Spelleke van Folklore) zijn al sinds de jaren 1930 verbonden aan het museum. Ook van andere Gentse poppentheaters bewaren we poppen in de collectie.
In 2021 breidde de collectie uit. Het museum verwierf door een schenking van Cemper meer dan driehonderd theaterpoppen en figuren van het Gentse Theater Taptoe en de Mechelse familie Contryn.
Na de schenking in 2021 werden de poppen gereinigd en verpakt. Alles kreeg een basisregistratie. De collectie werd niet alleen veilig opgeborgen in het depot. Een deel wordt ook getoond aan het brede publiek in de tijdelijke tentoonstelling 'Licht uit. Pop op' (25.06.22 - 26.03.23)
Begin 2022 ging het project 'digitale inhaalbeweging poppenspel' van start, met de steun van de Vlaamse Overheid.
Met de inhaalbeweging willen we de achterstand op vlak van collectieregistratie wegwerken. Bij de start van het project hadden de poppen een basisregistratie, maar verdiepend onderzoek was er nog niet.
Daarnaast is er ook heel wat materiaal dat nog niet geregistreerd is zoals ontwerptekeningen, foto's, affiches, folders, audio en video's. Deze stukken scheppen een goed beeld van de wereld van het poppenspel, zowel voor als achter de schermen. Veel materiaal bevindt zich nog bij de betrokken theaters. We brengen alles in kaart en sommige stukken worden opgenomen in de collectie.
Het materiaal wordt geregistreerd, gedigitaliseerd en verdiepend onderzocht. We ontsluiten de collectie via het kenniscentrum Studio Alijn en de website. Ook in de tentoonstelling 'Licht uit. Pop op' kan het publiek de collectie raadplegen via digitale schermen.
De vaardigheden en kennis die komen kijken bij deze podiumkunst worden vaak informeel, van generatie op generatie, doorgegeven. Zowel spelen, ontwerpen als maken: al doende leert men.
Ook kennis over de geschiedenis van het poppenspel in Vlaanderen of Gent zit vaak in de hoofden van betrokken personen. Zij vormen de erfgoedgemeenschap.
In een eerste fase werken we intensief samen met Luk De Bruyker (Theater Taptoe), Paul Contryn (Hopla, het Mechels Stadspoppentheater en vandaag DE MAAN) en Koen Vergauwen (Pierke van Alijn en het Spelleke van Folklore). Zij delen hun kennis in interviews of geven demonstraties van hun speltechnieken. Door de collectie samen met hen door te nemen, te registreren of te fotograferen, leren we bij. Al die informatie en kennis vloeit door naar ons registratiesysteem.
In een tweede fase breiden we onze focus uit. We interviewen dan ook andere makers, spelers of betrokkenen die een link hebben met onze collectie. Daarnaast experimenteren we verder met het documenteren van de minder tastbare aspecten, zoals speltechnieken of het vervaardigen van figuren. Dit doen we steeds in dialoog met de erfgoedgemeenschap.
Het borgen van Immaterieel Cultureel Erfgoed (ICE) is een belangrijk aspect in onze museumwerking en ons collectiebeleid. Materiële en digitale collecties (objecten, foto’s, tekeningen, interviews, etc.) en de linken die daartussen bestaan spelen een belangrijke rol in het documenteren van dit immaterieel erfgoed. Toch stelt ICE binnen een museumcontext ons ook voor heel wat uitdagingen. Immaterieel erfgoed is dynamisch en levend. Het valt maar moeilijk te vatten binnen de grenzen van een museum, depot of registratiesysteem.
Van 2019 tot en met 2021 was het Huis van Alijn een van de proeftuinmusea in het traject ‘Plannen voor de toekomst: ICE (in)begrepen’. In deze inhaalbeweging bouwen we verder op de modellen en ideeën die uit dit traject zijn gekomen. Het museum fungeert hierin als pionier en testcase.
"Immaterieel erfgoed dwingt ons om vastgeroeste denkbeelden over bewaren en registreren in vraag te stellen. De poppen van 'Het Spelleke van Folklore' (gemaakt in 1942) zijn een treffend voorbeeld. De poppen behoren tot de collectie, maar worden ook wekelijks gebruikt door de poppenspelers van Pierke van Alijn. Hun waarde is niet enkel materieel, maar zit vooral ook in het feit dat deze poppen nog wekelijks tot leven komen en een lach toveren op het gezicht van veel kinderen."
Eva Dierckx, projectmedewerker digitale inhaalbeweging poppenspel
Bij de digitale inhaalbeweging streven we naar collectiedata die open, toegankelijk, gemakkelijk doorzoekbaar en uitwisselbaar is. Dat zorgt ervoor dat, in de toekomst, ook andere organisaties gemakkelijk met deze data aan de slag kunnen gaan. Zo kunnen we misschien dromen van een digitaal overzicht van nationale en internationale collecties over poppen- en figurentheater en de linken tussen al deze collecties.
In dit project stappen we mee in een leertraject over de OSLO-standaarden (Open Standaarden voor Linkende Organisaties). De collectie rond poppenspel wordt geregistreerd volgens deze standaarden.
Meer weten over dit project? Contacteer Eva of Thomas.
Dit project komt tot stand met de steun van de Vlaamse Overheid en samen met volgende partners:
Meemoo, WIE (Werkplaats Immaterieel Erfgoed), CEMPER, Erfgoedcel Mechelen, Thomas More Hogeschool, Jidoka en de erfgoedgemeenschap.
artikel
artikel
artikel
object
document
object