Schoolvakantie betekent voor heel wat jongeren ook zwaarbepakt vertrekken op kamp met de jeugdbeweging. Onttrokken aan het ouderlijke gezag – op eventueel wat kookouders na – zijn deze kampen de plek bij uitstek om tijd door te brengen met leeftijdsgenoten, de natuur al spelenderwijs te ontdekken en een grote mate van zelfstandigheid te ervaren.
Jeugdbeweging en haar geschiedenis
De eerste jeugdbewegingen in Vlaanderen ontstaan kort voor en na de Eerste Wereldoorlog. Geïnspireerd door buitenlandse voorbeelden, zoals de Duitse Wandervogelbewegung of de Britse Boy Scouts en Guiding, wordt in 1910 de eerste Belgische scoutsgroep opgericht in Brussel. Al snel volgt ook Antwerpen. Aanvankelijk zijn de groepen enkel voor jongens, maar vanaf 1915 krijgen ook meisjes hun plek.
Het is niet verwonderlijk dat heel wat jeugdbewegingen in die tijd ontstaan. Binnen de pedagogie groeit de aandacht voor de ‘adolescentie’, de levensfase tussen kindertijd en volwassenheid. De jeugdbewegingen richten zich op jongeren, maar dragen vaak door volwassenen bepaalde godsdienstige, nationale of sociale idealen uit. Zo richt de Katholieke Kerk in de jaren 1920 de Katholieke Actie op. Haar doel is de samenleving te ‘veroveren’ en een nieuwe kerkelijke generatie te vormen.
foto onder: Leden van jeugdbeweging tijdens militair feest op plein te Sint-Denijs-Westrem, 1920
Vanaf de jaren 1930 verschuift de focus naar persoonlijkheidsvorming en groepsleven. Jongeren zoeken naar nieuwe uitdrukkingsvormen: rondtrekken, kamperen en het openluchtleven in combinatie met creativiteit en zelfstandigheid spreken aan. Jeugdbewegingen worden naast gezin en school een derde opvoedingsmilieu, al blijven ideologie en verzuiling aanwezig.
In de jaren 1960 en 1970 breken de jeugdbewegingen nog meer open. Terwijl in andere landen hun invloed afneemt, beleeft Vlaanderen een bloeiperiode. Een aangepaste werking die openstaat voor wat er écht leeft bij jongeren loont zichtbaar. Het autoritaire en militaire karakter verdwijnt naar de achtergrond. Binnen de Chiro ontstaan zelfs de eerste gemengde groepen. De klassieke jeugdbewegingen zijn vanaf die periode niet langer de enige vormen van jeugdwerk. Ook de overheid bouwt vanaf dan mee aan een geprofessionaliseerde jeugdwerking.
Vanaf de jaren 1990 is er van uitgesproken ideologie in de groepen nog maar weinig sprake. In een samenleving waar de verzuiling afneemt, worden zelfontplooiing en ongecompliceerd jong zijn de voornaamste pijlers van de jeugdbeweging.
Tradities en symbolen
Hoewel bij jeugdbewegingen veel van de strikte regels of voorschriften grotendeels verdwenen zijn, blijven symbolen en tradities belangrijk. Denk aan het zingen van liederen, het dragen van kentekens of het hebben van een vlag. De groepen herken je ook aan hun typische uniform. Dat uniform moest oorspronkelijk sociale verschillen tussen kinderen uitwissen, maar was ook onderwerp van discussie. Zo mag de Chiro bij aanvang in 1934 geen uniform dragen. De KAJ bleek niet opgezet met de oprichting van Chirojeugd en vreesde concurrentie. Het uiteindelijke compromis: de Chiro mocht haar werking voortzetten, maar leden kregen geen uniform. Na de Tweede Wereldoorlog verwerft de Chiro meer vrijheid. Die vrijheid betekent in dit geval dat er bewust gekozen wordt voor een uniform. Het uniform blijft een krachtig symbool van herkenbaarheid en groepsgevoel.
Op kamp, het hoogtepunt van het jaar
Naast wekelijkse bijeenkomsten zijn de kampen voor heel wat kinderen en leiding het absoluut hoogtepunt. Het eerste Belgische scoutskamp is een kerstbivak, die plaatsvindt in Ter Hulpe bij Brussel van de Boy Scouts van België. Naast Belgische deelnemers zijn er ook Britten bij.
Kampen vinden meestal plaats in eigen land, al trekken sommige groepen ook naar het buitenland. De invulling verschilt per beweging. In de jaren 1930 spreken Scouts en Chiro af dat de nieuwkomer Chiro niet in tenten zal slapen en dat leden geen overlevingstechnieken aangeleerd krijgen. Daarom gaan er bij Chirokampen vaak kookouders mee, die voor de hele groep koken.
In de jaren 1960 en 1970 groeit het romantische ideaal van kamperen, trekken en samen rond het kampvuur zitten. In die periode gaan alsmaar meer groepen op kamp. Zo zal de KLJ in de jaren 1970 haar eerste kampen organiseren.
Vandaag trekken in België jaarlijks meer dan 400.000 jongeren er met hun groep op uit.
Een bonte verzameling
Vlaanderen kent een enorme diversiteit aan jeugdbewegingen: van KSJ-KSA-VKSJ, KAJ, KLJ, Jeugd Rode Kruis, Scouts en Gidsen Vlaanderen, FOS Open Scouting, Chirojeugd Vlaanderen, tot recentere organisaties zoals JNM of Wel Jong Niet Hetero. Wat ze allemaal gemeen hebben? Ze bieden jongeren een plek om samen te zijn, te groeien en plezier te maken. Jeugdbewegingen blijven een essentieel onderdeel van het dagelijkse leven van jongeren.
Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven
Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00.
Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent