< Terug naar overzicht

Under the big top: Belgische circusartiesten in Amerika begin 20e eeuw

Aan het begin van de 20e eeuw is het voor Belgische circusartiesten niet ongebruikelijk om ver te reizen. Ze trekken Europa rond of gaan met een groot Europees circus op tournee naar Zuid-Amerika. Opvallend veel Belgen reizen naar de Verenigde Staten om er te gaan werken bij één van de grote Amerikaanse circussen of in de vaudevilletheaters waar ook circusacts op het programma staan. Sommigen wagen de overtocht op goed geluk. De meesten vatten de reis aan met een plan en hebben zelfs al een contract op zak.

Collectie_Stad_Antwerpen_MAS_1923_AS_1961_007_479

Het Belgenland, passagiersschip van de Red Star Line dat begin 20e eeuw tussen Antwerpen en New York voer, collectie Stad Antwerpen.


Impresario’s

De eerste decennia van de 20e eeuw zijn hoogdagen voor Amerikaanse circussen. Circusdirecteurs werken samen met impresario’s die in Europa op zoek gaan naar artiesten met spectaculaire acts. Die vinden ze ook in België. Ook de zakelijke onderhandeling over het contract tussen de artiest en het circus gebeurt via impresario’s. Doorgaans krijgen de artiesten een tijdelijk contract voor één seizoen. Eenmaal in de Verenigde Staten, bouwen de meesten een eigen carrière uit, vaak door een beroep te doen op lokale impresario’s.

Elke dag een andere stad

Voor Belgische artiesten is een contract bij Barnum & Bailey Circus of het Ringling Brothers Circus, de grootste circussen van hun tijd, erg gegeerd. Het loon is hoog en het brengt een zeker prestige met zich mee. Het is niet voor iedereen weggelegd. Artiesten worden er goed verzorgd en alles is perfect geregeld. Tussen april en oktober spelen de circussen in het hele land dagelijks shows voor meer dan 10.000 toeschouwers. Het verplaatsen van het tentendorp, de artiesten, medewerkers, dieren en stapels materiaal naar een nieuwe speelplek, vereist elke dag opnieuw een strakke planning. Na de avondshow vertrekt de trein die de volgende ochtend aankomt op de volgende speelplek. De artiesten slapen op slaapbanken boven elkaar, met twee naast elkaar. Mannen en vrouwen slapen gescheiden, behalve de echtparen.

In de piste

In België moeten artiesten mee de handen uit de mouwen steken bij de op- en afbouw van de tent of de tribune. In het Amerikaans circus kunnen ze zich voluit concentreren op hun act. De meeste Belgen die naar Amerika afreizen, zijn acrobaten of jongleurs. Voor dit soort acts zijn weinig grote of eigen attributen nodig. Door de grootte van de circuspiste en de vele toeschouwers moet de act goed zichtbaar zijn en een hoog spektakelgehalte hebben. Acrobatische stunts komen hier het best voor in aanmerking. De ‘big top’, de enorme circustent, bestaat uit drie pistes en twee podia tussen de pistes. Artiesten treden dus gelijktijdig op met vier andere acts.

 

 

 

De parade

Elke ochtend om tien uur trekt een grootse circusparade door de stad waar het circus op dat moment staat. De parade moet zo veel mogelijk volk naar de shows lokken. Alle artiesten hebben een rol. In prachtige kostuums rijden ze op een paard, in praalwagens, op een olifant of een ander exotisch dier door de straten. De shows om 14u en om 20u openen met een groot spektakelstuk. Honderden artiesten en dieren passeren in vol ornaat de revue op de muziek van het orkest. Het thema is meestal bijbels, historisch of een sprookje.

Backstage

In de backstage tent maken de artiesten zich klaar om op te treden. Ze hebben een vaste plek om hun koffer met attributen, kostuums en make-up uit te stallen. Daarnaast krijgen ze twee emmers water per dag. Eén om zich te wassen en nadien hun was te doen, een tweede om hun was te spoelen. De kleedruimtes zijn gescheiden voor mannen en vrouwen, ook voor echtparen die samen een act hebben. In de ‘cookhouse’ of eettent eet iedereen aan tafels op zijn of haar toegewezen plaats. De tafels staan gerangschikt volgens rang, klasse en departement. De ticketverkopers zitten samen, evenals de muzikanten van het orkest, de Wild West artiesten, enzovoort.

Blijven of terugkeren?

Meestal reizen de Belgische artiesten alleen naar de Verenigde Staten, zonder familie. Het gaat vooral over jonge mannelijke artiesten, af en toe een alleenstaande artieste. Uitzonderlijk maken enkele broers en zussen of een volledig gezin de reis samen. Zij treden dan op in een gezamenlijke act. Wanneer hun seizoenscontract afloopt, keren sommigen terug naar België. Er zijn ook veel artiesten die blijven en nieuwe contracten en engagementen aangaan. Het Amerikaanse circus- en theatercircuit is op dat moment gigantisch. Artiesten gaan waar er werk is en bouwen snel een netwerk uit. Met een repertoire van enkele goede acts draaien ze jarenlang mee in circussen, op kermissen, country fairs of in vaudevilletheaters.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog is het onmogelijk om naar Europa terug te keren. Sommige artiesten hebben intussen een geliefde of gezin in de VS. Het aanvragen van de Amerikaanse nationaliteit is een logische volgende stap. Via hun contracten kunnen ze gemakkelijk aantonen dat ze jarenlang onafgebroken in de VS gewoond en gewerkt hebben. Vanaf de jaren 1920 wordt de wetgeving daarrond een stuk strenger. De Amerikaanse overheid vaardigt quota uit per nationaliteit. Het wordt bovendien moeilijker om contracten vast te krijgen. Het succes van de opkomende cinema’s zorgt voor minder belangstelling en inkomsten voor circussen en vaudevilletheaters. Voor Belgische artiesten wordt het minder interessant om naar de Verenigde Staten af te reizen met het oog op een carrière. 


Circus Nomads

Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek dat Gwendolien Sabbe voert naar tientallen Belgische circusartiesten die voor de Tweede Wereldoorlog naar Amerika trokken. De boeiende verhalen die ze tegenkomt deelt ze via haar website Circusnomads.com, de Facebookpagina en Instagram van Circus Nomads.

Het verhaal van Henri ‘Bento’ Frans

Het Huis van Alijn bewaart foto’s en kostuums van de Gentse acrobaat Henri Frans, die in de jaren 1910 verschillende seizoenen optrad bij het Ringling Brothers Circus en Barnum & Bailey Circus. Ontdek het reisverhaal van Henri ‘Bento’ Frans.

benieuwd naar meer #Circus ? bekijk alles

Meer weten over de collectie?

BEZOEK STUDIO ALIJN

Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven

Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00. 

Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent

img_8374_web_c_michiel_devijver_666a0a26dcbd26b80e6ed14b26532644

Blijf op de hoogte

Volg het nieuws en de verhalen van het Huis van Alijn.

Schrijf je in op de nieuwsbrief