De herfst is in het land. Het winteruur dompelt ons in donkerte onder. Van buiten brengen we niet alleen een lopende neus mee, aan onze schoenen kleven ook bladeren en modder. De jaarlijkse herfstschoonmaak dringt zich op.
Althans, zo ging het vroeger. Toen dienstencheques nog een verre toekomstdroom waren. Medio twintigste eeuw besteedt een huisvrouw met vier kinderen ongeveer zestig uur per week aan het huishouden. Wassen, koken en de kinderen verzorgen: het houdt nooit op.
Vanaf de jaren 1950 komt het ene na het andere huishoudelijke apparaat op de markt. Ze werken elektrisch en nemen ons veel werk uit handen. Advertenties overspoelen het straatbeeld. Elk apparaat is beter, sneller en properder dan de concurrentie. Stofzuigers, strijkijzers en mixers zijn er in alle kleuren en formaten. Allemaal vechten ze om de gunst van de klant. In de consumptiemaatschappij die na de Tweede Wereldoorlog opbloeit, krijgen meer en meer huizen elektriciteit, gas en stromend water. Spaarzegels en huishoudbonnen knippen we gretig uit de krant. Onze koopkracht stijgt.
Maar niet elk apparaat blijkt even nuttig als de reclame ons voorspiegelt. Elektrische blikopeners of kroketmachines zijn een moment lang een hype, maar verdwijnen vervolgens in een doos op zolder. Blijvers zijn de koelkast, de diepvries en vooral de wasmachine. Die laatste spaart de huisvrouw tot twee dagen tijd uit.
Meer weten over de collectie?
BEZOEK STUDIO ALIJN
Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven
Door het gebruik van deze website ga je akkoord met onze gebruiksvoorwaarden en privacybeleid. Daarnaast gebruiken we cookies om je gebruikerservaring te optimaliseren.
Maak je keuze
Blijf op de hoogte
Volg het nieuws en de verhalen van het Huis van Alijn.