< Terug naar overzicht

Wonderlijke en wilde dieren op de 19de eeuwse kermis

De kermis anno 1900 is een plek van sensatie en verwondering. Onder de aangekondigde ‘aantrekkelijkheden’ ook steeds tot de verbeelding sprekende en exotische dieren. Leeuwen, neushoorns of tapirs uit kolonies of octopussen gepresenteerd als ‘monsters’ uit de zee passeren de revue.


De fascinatie voor wilde en exotische dieren gaat al lang terug. Op middeleeuwse jaarmarkten trekken artiesten met gemuilkorfde beren door de stad. In vorstelijke kringen komt het houden van een verzameling wilde dieren vanaf de 16de eeuw op. Vanaf 1750 doen rondreizende dierentuinen of menagerieën ook op de grote stedelijke kermissen hun intrede. Ze beleven absolute hoogdagen in de 19de eeuw. Initieel ligt de focus op tentoonstellen maar gaandeweg komt er ook dressuur en spektakel bij. Een hond die kan rekenen, een rokende olifant of een aap in kostuum fascineren. Deze vermenselijkte dieren zijn een knipoog naar Darwins spraakmakende evolutietheorie, die in de tweede helft van de 19de eeuw steeds meer ingang vindt. Ook in de circussen, die in het begin uitsluitend op kermissen staan, worden dierenacts afgewisseld met clownerie of acrobatiek.

 

 


Sensatie en spanning

De aantrekkingskracht van de dierenacts is groot. De spanning en het dreigende gevaar van een dier dat kan aanvallen of ontsnappen spreken aan. Een dierentemmer beschikt best over stalen zenuwen. Heldhaftige - soms ook aangedikte - verhalen en krantenkoppen over drama’s in de kooi lokken nog meer publiek.

Het vak is zeker niet uitsluitend voor mannen. Zo zijn er Justin Pezon of Nouma-Hawa, die bloeiende carrières als menageriehouders uitbouwen. Een andere bekende naam is ‘La Goulue’. Deze befaamde cancan-danseres uit de Moulin Rouge van Parijs gaat vanaf 1895 als dierentemster aan de slag. Als dierentemster worden zij en haar man geregeld aangevallen door de leeuwen wat haar telkens opnieuw in de spotlichten plaatst.

Vlooientheater

De kleinste dieren op de kermis vind je zonder twijfel in het vlooientheater. De vlooien trekken karretjes voort, dansen of brengen draaimolentjes in beweging. In tegenstelling tot wat je zou denken kwam er niet altijd trucage aan te pas. Wie geen gebruik maakte van magneetjes kende het geheim: vlooien verleren het springen als ze lang genoeg in een doosje zitten. Van zodra ze niet meer kunnen springen, wordt met veel geduld een minuscuul tuigje aangebracht. Deze vlooien voeden zich aan de mens. De toenemende aandacht voor volksgezondheid en hygiëne maakt dat mensenvlooien vandaag bijna niet meer voorkomen. Dierenvlooien, zoals van katten, zijn ook tembaar maar zijn veel fragieler en kleiner. Te klein voor het vlooiencircus.

Feejee_Mermaid_Publiek_domein




Verbeelding en fantasie

Foorkramers zijn meesters in het prikkelen van de fantasie. Een monster? Een nooit eerder vertoond wezen? Welke kermisbezoeker wil dat niet zien?
De bekende Amerikaanse impresario en circusdirecteur Phineas T. Barnum stelt in 1942 voor het eerst zijn Feejee mermaid tentoon. Het gemummificeerde wezen zou een zeemeermin afkomstig uit de zee nabij de Fiji-eilanden voorstellen. Het wonderbaarlijk creatuur krijgt heel wat bekijks op kermissen en wordt gretig gekopieerd. In werkelijkheid is de Feejee Mermaid het hoofd van een jonge aap, bevestigd aan een vissenstaart.

De fascinatie voor wilde of bijzondere dieren, écht of het resultaat van fantasie, tonen de grote nieuwsgierigheid naar exotisme op dat moment.

Dierenwelzijn

Menageriehouders op de kermis vergaren al doende kennis over hun dieren en hun ontwikkeling. Die inzichten delen ze met dierentuinen en wetenschappelijke kringen. Toch zijn de omstandigheden voor dieren verre van ideaal: de opsluiting, het rondreizen en het ontbreken van de natuurlijke habitat wegen zwaar.

Dierattracties verdwijnen langzaam van de kermis. In plaats daarvan nemen vaste dierentuinen en rondreizende circussen het spektakel met dieren over. Vanaf de jaren 1930 groeit ook de aandacht voor dierenwelzijn, met de introductie van de allereerste dierenbeschermingswet. Deze wet moest mensen aansporen tot meer mededogen voor dieren, vanuit hun ‘menselijkheid’. Het doel was vooral de bevolking te moraliseren. Toch vormt het een belangrijke eerste stap in de veranderende kijk op de ongelijke machtsverhouding tussen mens en dier.

Heel wat mensen herinneren zich nog pony’s op de kermis of een orgelspeler met een aap. Vandaag zijn dieren op de foor zo goed als volledig verdwenen. Enkel de olifanten, eendjes en paarden op de carrousel doen nog herinneren aan de tijd dat dieren een rol speelden op de kermis.

Meer lezen:

Foorwonder. Betovering, wetenschap en spektakel op de kermis, Nele Wynants (red.) Huis van Alijn, Lannoo, 2025.

Pieters, F., van den Berg, A., & Keyser, M. (2002). Menagerieën op de kermis: oorsprong van circus en dierentuin. In J. Jacobs (Ed.), Kennis, kunstjes en kunnen. Kermis: de wondere wereld van glans en glitter (pp. 58-74). SUN.

Databank Science at the Fair:
https://scifair.uantwerpen.be/stories.s/pianet
https://scifair.uantwerpen.be/stories.s/wallenda

benieuwd naar meer #Kermis ? bekijk alles

Meer weten over de collectie?

BEZOEK STUDIO ALIJN

Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven

Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00. 

Studio Alijn is gesloten van 18.09.2025 tot 30.09.2025.

Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent

img_8374_web_c_michiel_devijver_666a0a26dcbd26b80e6ed14b26532644

Blijf op de hoogte

Volg het nieuws en de verhalen van het Huis van Alijn.

Schrijf je in op de nieuwsbrief