De komst van Sinterklaas op 6 december is al vele generaties lang een feest voor kinderen. In sommige streken van Vlaanderen neemt Sint-Maarten de rol van deze kindervriend op. Hij komt op 11 november langs. En ook de Kerstman deelt geschenken uit. De Sinterklaastraditie, het feest, de beleving en de gebruiken zijn niet altijd of overal gelijk. Ze hangen samen met veranderende pedagogische idealen, mens- en maatschappijvisies. Sommige veranderingen vallen meteen op, maar veel evoluties worden pas later duidelijk. De manier waarop Sinterklaas en zijn Pieten in beeld worden gebracht illustreert tal van denkpatronen, tradities en veranderingen.
Sinterklaas en de bijbehorende gebruiken worden dikwijls op schilderijen en prenten afgebeeld. In de 19e eeuw verschijnt een knecht aan de zijde van Sinterklaas. ‘Sint-Nicolaas en zijn knecht’ worden in 1850 een eerste keer door de Nederlandse onderwijzer en auteur Jan Schenkman ten tonele gevoerd. In deze periode wordt de Sint ook samen met kinderen afgebeeld, soms geflankeerd door een engel of duivelsfiguur. Het paard of de ezel zijn er ook al bij. Samen met zijn knecht wordt hij afgebeeld op volksprenten en ander populair drukwerk.
De knecht is niet altijd zwart. De volksprent ‘Sint-Nicolaas’ van Pellerin (ca. 1902) illustreert het verhaal van Sinterklaas, waarbij een knecht op prospectie gaat om brave en stoute kinderen op te sporen. Deze knecht is een opvallende figuur met karikaturale gelaatstrekken en een opmerkelijke hoed. Hij is niet zwart afgebeeld, hoewel hij als ‘zwarte knecht’ omschreven wordt.
Aanvankelijk verschijnt de knecht slechts sporadisch zwart. De echte doorbraak van de ‘zwarte’ Piet vindt pas plaats vanaf het midden van de 20e eeuw. Vanaf dan zijn knechten steevast zwart op prenten en in boeken te zien, maar ook in het familiearchief. De collectie familiefoto’s en familiefilms van het Huis van Alijn brengt de evolutie in de beeldvorming van Sinterklaas en de Pieten mooi in beeld.
Poseren bij de Sint en Piet wordt in de tweede helft van de 20e eeuw een traditie. Een belangrijke katalysator om met Sint en Piet op de foto te gaan komt uit commerciële hoek. Warenhuizen vanaf de jaren 1940 en de moderne supermarkten in de jaren 1950 spelen graag in op de populariteit van Sinterklaas en nodigen hem jaarlijks uit als eregast in de winkel. Uiteraard wordt dit uitgebreid aangekondigd met grootse reclamecampagnes.
In de supermarkten en warenhuizen zit de Sint meestal op een troon of op een podium. Aanvankelijk zijn knechten uitzonderlijk, maar vanaf de jaren 1970 wordt Sinterklaas altijd vergezeld door één of meerdere ‘Zwarte Pieten’. Om dit hoog bezoek in goede banen te leiden, wordt ook het winkelpersoneel ingeschakeld. Hoewel de setting veelal dezelfde is, tonen deze foto’s diverse evoluties. De klassieke bisschoppelijke gewaden, mijter en staf blijven gelijk, maar het decor, de pose van de kinderen en het speelgoed veranderen doorheen de tijd. Accessoires zoals de haarsnit, schoenen, bril of zonnebril illustreren de tijdsperiode.
Maar de grootste verschillen duiken op bij de knechten. Op de ene foto is Piet al zwarter dan op de andere. De kledij van de Pieten blijkt minder voorschriften te kennen dan de gewaden van de Sint. Ook de rol van de figuur en zijn verhouding tot de Sint verandert. Foto’s na 1970 tonen een speelse, grappen makende metgezel van de Sint die met zakken vol snoepgoed en speelgoed acrobatische toeren uithaalt en kinderen aan het lachen brengt. Daarvoor heeft hij eerder een bestraffende rol voor de stoute kinderen. Sinterklaas beloont de brave kinderen en Piet gebruikt de roe of steekt stoute kinderen in de zak. Toch blijft vaak de angst voor Piet. Dit zorgt voor emotionele beelden. Kinderen kijken verschrikt of zijn heel hard aan het wenen.
Sinds 1992 bepaalt het televisieprogramma ‘Dag Sinterklaas’ de norm. Alle mogelijke vragen zoals: “Houdt de Sint altijd zijn mijter op, ook in bad?” worden beantwoord. Zo ook de vraag waarom ‘Zwarte Piet’ zwart is. Het is het roet van de schouwen, waar hij door moet, dat hem zwart maakt. Uit familiefoto’s blijkt bovendien dat roetpieten (een piet met zwarte vegen in het gezicht) al veel langer verschijnen.
Vanaf 2016 wordt Sinterklaas bij de blijde intrede op de kinder- en jeugdzender Ketnet, de ’intrede der intredes’, bijgestaan door roetpieten. Op dat moment was het pietendebat al enkele jaren aan de gang. Over de herkomst en het stereotiep voorkomen van Piet is de publieke opinie verdeeld. De roetpiet is vandaag de nieuwe norm. Hoe Sinterklaas, Sint-Maarten en zijn Pieten verder zullen evolueren zal de toekomst uitwijzen. Sinds 2009 staan de Sinterklaas- en Sint-Maartentradities ook op de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. Het is eigen aan dit immaterieel erfgoed dat het leeft, evolueert en zich aanpast aan de tijd en context.
Sinterklaasliedjes zijn ook een spiegel van de tijdsgeest en illustreren vergeten en actuele Sinterklaastradities. Sinterklaas is de protagonist in deze alom bekende kinderliedjes, maar ook zijn knecht wordt vaak bezongen. In dergelijke teksten blijven de tradities vaak langer doorschemeren en worden dit getuigen van hoe tradities veranderen.
Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven
Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00.
Studio Alijn is gesloten van 18.09.2025 tot 30.09.2025.
Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent