25 jaar geleden zwaaien de laatste Belgische dienstplichtigen af. Het opschorten van de dienstplicht in 1993 is een beslissing met grote impact. Voortaan moeten jonge mannen geen rekening meer houden met een maandenlange legerdienst. Voor voorgaande generaties jongelui vormt de legerdienst een periode in dienst van het vaderland en de gemeenschap. Een periode die hoort bij het volwassen worden.
Aan het begin van hun legerdienst krijgen miliciens een basisopleiding die hen introduceert in de wereld van het leger. Al snel ondervinden ze aan den lijve wat het soldatenleven inhoudt en wat militair gezag is. Wanneer een nieuwe lading miliciens de poorten van het opleidingscentrum binnenkomt, volgt eerst de inenting tegen tyfus en tetanus. Korte haren zijn de norm in het leger. De kapper staat klaar met de tondeuse om de miliciens onder handen te nemen. Daarna is het tijd om de militaire uitrusting op te halen in het magazijn, o.a. het uniform en de muts of baret. Op de muts prijkt het zogenaamde pisserke of leeuwtje, hét herkenningsteken van de milicien in opleiding.
Opleidingscentrum Nr.3 (OC Nr.3) klinkt veel ex-miliciens bekend in de oren. Een groot deel van de soldaten die bij de Landmacht dienen, krijgen in de Kazerne Majoor Blairon in Turnhout hun basisopleiding. OC Nr.3 is opgericht in 1945 en in 1994 krijgen de laatste miliciens er hun opleiding. In die bijna 50 jaar verblijven er meer dan 700.000 miliciens in OC Nr.3. Andere bekende opleidingscentra zijn de infanterieschool in Aarlen, de opleiding voor paracommando’s in Marche-les-Dames, OC Nr.2 in Heverlee - waar jongens die moeilijkheden hebben met lezen en schrijven les krijgen - en OC nr.4 in Peutie. Velen leren schieten op de uitgestrekte oefenterreinen in het Kamp van Beverlo in Leopoldsburg.
Het ‘Handboek voor de soldaat’ vormt de leidraad voor de opleiding. Beroepsmilitairen of KRO’s geven dagelijks intensief les over militaire graden en reglementen, EHBO, bewapening, tactiek en Nucleaire, Biologische en Chemische oorlogsvoering (NBC). Schietoefeningen, dril, hindernissenparcoursen of camouflageoefeningen op de heide of in het bos horen daar ook bij. Het fysieke aspect en de omgang met het wapen krijgen veel aandacht. Elke milicien krijgt een geweer met de bijbehorende verantwoordelijkheden. Hij moet met zijn wapen omzichtig omspringen en mag het nooit uit het oog verliezen. ‘s Avonds moet het terug naar het wapenmagazijn. Vooral de FAL, een licht automatisch geweer, is bekend onder miliciens. Ook het machinegeweer Vigneron wordt gebruikt.
Na vier tot zes weken basisopleiding volgt nog meer training op maat van de eenheid en van de functie waarin de milicien zijn legerdienst zal doorlopen.
Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven
Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00.
Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent