Na een lange lockdownperiode n.a.v. COVID-19 (maart 2020 – zomer 2021), kunnen optochten opnieuw, zonder beperkingen, door de straten trekken. Dit tot grote vreugde van organisatoren, deelnemers én toeschouwers. De straat op gaan ligt ons duidelijk nauw aan het hart. België is niet alleen een land van stoeten en processies, ook betogen en manifesteren doen we vaak. Hoewel deze optochten niet uniek zijn voor ons land, zijn ze hier wel springlevend.
Aan publieke optochten gaat heel wat werk vooraf, zowel op organisatorisch als op creatief vlak. Organisatoren, vrijwilligers en figuranten bereiden soms weken of maandenlang hun optocht tot in de puntjes voor. Voor veel mensen zijn optochten een groot deel van hun dagelijks leven.
Van processie tot pride
Optochten bestaan in allerlei vormen. Processies en ommegangen gaan terug tot de middeleeuwen. Historische stoeten ontstaan begin 19e eeuw en hebben als doel de jonge natiestaten te versterken. Carnavalsfeesten zijn ontstaan als volksfeesten die vermengd raken met de kerkelijke Vastenavond. Na de Tweede Wereldoorlog winnen ze, net als lokale stoeten, opnieuw aan populariteit. In tijden van naoorlogse welvaartstijging, zijn ze de manier bij uitstek om regionaal toerisme aan te wakkeren. Vanaf eind 19e eeuw organiseren arbeiders zich steeds vaker collectief om aan de hand van protest en staking sociale verandering te eisen. En sinds de jaren 1970 maakt ook de Pride een belangrijk deel uit van optochten die we in het straatbeeld zien.
Waarom gaan we de straat op?
De redenen waarom mensen de straat op gaan variëren: een gemeenschappelijk verleden herdenken, geloof betuigen, eisen stellen of zich vermaken. Hoe verschillend deze optochten ook zijn, allemaal versterken ze een gevoel van onderlinge verbondenheid. Ze geven een inkijk in wat er op dat moment onder burgers leeft. Overtuiging, engagement en passie zijn essentieel voor het voortbestaan van een optocht. Optochten die geen aansluiting meer vinden met de samenleving, verdwijnen.
De feestdatabank van Histories vzw brengt het rijke en levendige landschap van feestelijke optochten in kaart. Je kan ook je eigen optocht toevoegen. Via de kaart bewaart Histories al deze verhalen en tradities voor de toekomst.
Zien en gezien worden
Optochten zijn kleurrijk en opvallend. We horen een optocht met fanfares en dj’s al van ver aankomen. Slogans worden gezongen en gescandeerd. De maskers en kostuums spreken tot de verbeelding, Muziek vult de straten. Vlaggen worden trots meegedragen.
Hoewel optochten zeer divers zijn, maken we vaak gebruik van dezelfde elementen. Extravagante kostuums, wervende slogans, wapperde vlaggen, opzwepende muziek of reuzen zetten een boodschap kracht bij. Ze worden steeds eigen gemaakt op een creatieve manier.
In beweging
Optochten zijn voortdurend in beweging. Niet alleen letterlijk, met deelnemers die al dansend of marcherend een parcours afleggen. Maar ook figuurlijk, want de drijfveren die achter een optocht zitten evolueren doorheen de tijd. Een voorbeeld is de Pride parade. In 1969 gaan holebi’s en transgenders in New York op de vuist met politieagenten na een zoveelste machtsvertoon in hun bars. Het inspireert Amerikaanse holebi’s om op straat te komen. Ook in België zijn er sinds eind jaren 1970 homodagen en sinds begin jaren 1980 Roze Zaterdagen. In 1990 krijgen deze een nieuwe impuls. De deelnemers eisen zichtbaarheid en rechten. Geleidelijk aan evolueren deze betogingen naar de Prides zoals we die vandaag kennen. Feestelijk en vrolijk herdenken en vieren de deelnemers de lange weg die al is afgelegd. Met muziek, vlaggen en hun kledij tonen ze trots wie ze zijn en van wie ze houden. Ze blijven echter aandacht vragen voor mensen uit de LGBTQIA+ gemeenschap die deze rechten nog niet genieten. De Pride is een protest waarin doorheen de tijd ook ruimte is ontstaan voor herdenking en feest.
Technologie
Opvallend is ook de impact van nieuwe technologieën. De fanfare heeft plaats gemaakt voor mobiele dj’s. Vlaggen en kostuums zijn niet langer ambachtelijk handwerk. Ze worden op grotere schaal geproduceerd en verspreid. Door sociale media en online netwerken kunnen organisatoren veel korter op de bal mobiliseren en communiceren. De reikwijdte van een boodschap of slogan is bovendien veel groter. Een boodschap kan op een mum van tijd wereldwijd circuleren.
Hoewel deze evoluties de organisatie soms vergemakkelijken, blijft traditie en handwerk voor velen belangrijk. Ook fysieke samenwerking en persoonlijk overleg tussen de betrokkenen blijven cruciaal voor het goede verloop en voortbestaan van een optocht.
Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven
Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00.
Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent