< Terug naar overzicht

Het verhaal van Charlie

0:00 0:00

Download

Hoger resolutiebeeld? Neem contact met Studio Alijn.
© huisvanalijn
Het verhaal van Charlie

Deel op social media

vervaardiger
schrijver | Declercq, Matthias
producent | Huis van Alijn
datum
2015
objectnummer
AU-0011-0026
Het verhaal van Charlie in het kader van de tentoonstelling 'De Zesdaagse'. Hij zat daar omdat hij daar moest zitten. En ook omdat hij er wilde zitten. Hij kon er de koers winnen, of die althans beter inschatten. Charlie Tichelbaut liep tientallen jaren rond op de Gentse Zesdaagse. En al die tientallen jaren was hij opvallend vaak op het toilet te vinden. Het toilet in het rennerskwartier, niet de urinoirs van het publiek, waar het mannenvolk tegen de muur aankijkt, en de koers analyseert met de man naast zich, die al even recht voor zich uit kijkt. Het is ook niet zo dat de braadworsten danig op charlie’s darmen werkten, en de nood vaak hoog was. Neen. Charlie zat roerloos op de bril, liet zijn broek zakken en deed vervolgens niks dan luisteren. Hoorde hij het harde synchrone tikken van koersschoenen, dan stak hij zijn grote handen achter z’n oren en hoorde wat niemand mochten horen: de tactiek van de concurrenten, die in de pissijnen de koers bespraken. Vervolgens trok Charlie naar zijn coureurs. Hetzij Sercu, Merckx, Van Steenbergen, Gilmore, … en nam hen even apart: ’Eddy, ze kiezen voor een groot verzet en euh, ze gaan van bij het begin demarreren.’ Waarna Eddy won en Charlie ook. Een zesdaagse is in wezen een kleine economie. Een mini-economie omdat er bij een zesdaagse veel meer komt kijken dan een fiets en wat bekers bier. Van tramchauffeurs tot pistebouwers, timmermannen, elektriciens, kassiers, journalisten tot constructeurs, dokters, koks en obers. Je kunt je opwerken in die kleine wereld. Dat geldt voor de renners, maar ook voor de entourage. Charlie is het voorbeeld van de stalknecht die bijna jockey werd. Die man heeft alles gezien. Alles. Hij begon als niemendal en klom danig snel op de ladder dat hij steeds dichter bij de echte macht kwam, bij de directeurs. Uit onmiskenbare liefde heeft Charlie, op de eerste acht edities na, àlle pistemeetings in het Kuipke tot aan zijn dood in 2013 bijgewoond. Hij was het archief van het Kuipke. Een flik die al zijn verlofdagen en overuren opspaarde om geen minuut van de Zesdaagse te moeten missen. Eerst als toeschouwer, dan als loopjongen. Hij zag de camions af en aan rijden met kippen, steaks, lamskoteletten en appelsienen. Van loopjongen werd hij chauffeur, dan masseur, soigneur, om als assistent van koersdirecteur Patrick Sercu te eindigen. Geen man die zoveel fierheid uitstraalde. Naast Merckx werd Charlie een meter groter. Hij begreep het spel, hij wist welke pion wanneer welke zet zou doen. Charlie kende de waarde van sport en de waarde van vermaak. Hij wist dat de zesdaagse in Gent meer is dan een wedstrijd, dat het tegelijk een evenement is, een knooppunt in het sociaal weefsel van de stad. Je koopt een ticket en keert terug met een herinnering. Charlie zag hoe die herinnering werd gevormd. Welke waas er over een zesdaagse hing en nog altijd hangt. Hoe er in de kleine cabines wordt gekonkelfoesd. Ploegen die combines sluiten om favorieten naar huis te rijden. Charlie zat niet zomaar op het toilet. List. Bedrog. Vermaak. Decennia geleden was er zelfs geen dopingcontrole op de zesdaagse. Charlie zag als loopjongen Italianen met kistjes vol medicijnen op zich afkomen en hief de handen ten hemel: ’Ik ben geen dottere’! Dat hij geen dokter was en geen spuiten in konten zette. In die onbegrensde tijd waren soigneurs soms sjamanen. Renners waren in de ban van mannen als Jef Torsin, ook wel de dynamiteur genaamd. Mannen die over wondermiddelen beschikten, als zat er buskruit in de bidon. Het droeg allemaal bij tot de mystiek van de koers. En dat wist Charlie. Voor het aantal effectieve koersuren drastisch werd teruggeschroefd, midden jaren zeventig reden de renners ùren rondjes, lag het publiek soms zelfs te slapen en stond de deur open voor gesjoemel. Het Kuipke in Gent stond lange tijd te boek als ’Siberië’, door de koude die in het hout en de muren hing. Renners reden met sjaals en mutsen. Om zijn coureurs wat extra rust te gunnen deed Charlie als verzorger vaak zelf de muts en sjaal om en reed anoniem rondjes. Niemand had het in de gaten en zijn team kwam rustig op krachten. Vermaak. Vaak weet het volk, ook nu nog, dat wat ze zien niet altijd klopt. Dat ieder koppel, ook zij die er maar voor spek en bonen bij rijden, haar moment de gloire, wel krijgt. Hetzij in een onbeduidend onderdeel, hetzij vroeg op de avond. Het volk weet dat de topploegen wel eens vergaderen. En dat dat maakt de zesdaagse tot wat ze is, een karikatuur van het echte leven. Mensen worden meegetrokken in de rush die de rondjes zijn, drinken een glas bier, eten een worst en trekken betoverd en beneveld de nacht in. En Charlie, die liep met de kin omhoog. Het was alweer een goed jaar.

Meer weten over de collectie?

BEZOEK STUDIO ALIJN

Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven

Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00. 

Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent

img_8374_web_c_michiel_devijver_666a0a26dcbd26b80e6ed14b26532644

Blijf op de hoogte

Volg het nieuws en de verhalen van het Huis van Alijn.

Schrijf je in op de nieuwsbrief