Hoe kan je cultureel erfgoed inzetten tijdens een welzijnsactiviteit? Hieronder vind je enkele methodieken die we toepassen in het outreachlab.
Reminiscentie is een methodiek waarbij het ophalen van herinneringen centraal staat.
Mogelijk doelen: door iets te laten voelen, horen, zien of smaken stimuleer je deelnemers om hierover te vertellen. Je toont bijvoorbeeld een voorwerp uit hun kindertijd. Dit stimuleert hen om hun eigen verhaal en hun emotie bij het voorwerp te delen. Het creëert een gevoel van erkenning en een vertrouwen.
In het outreachlab experimenteren we met verschillende vormen van reminiscentie. We gaan verder dan het aanreiken van objecten en prikkels. We ontwikkelden activiteiten zoals een quiz, oude foto's namaken, een wandeling of activiteiten rond fanfares en majoretten.
Reminiscentie met VR
Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar hoe technologische ontwikkelingen woonzorgcentra kunnen ondersteunen, waaronder VR. Het outreachlab werkte mee aan een onderzoek van Arteveldehogeschool
Multisensoriële storytelling
Bij multisensoriële storytelling (MSST) wordt een (kort) verhaal verteld, ondersteund door sensorische prikkels en sociale interactie. In een 1-op-1 moment speelt de deelnemer de hoofdrol in het verhaal. Aan elke zin is een prikkel verbonden die toegepast wordt op de deelnemer.
Object handling is een methodiek die gericht is op het opwekken van emoties door de nieuwsgierigheid van deelnemers te triggeren.
De methodiek wordt voornamelijk toegepast om ontwapenend in gesprek te gaan met elkaar. In groep kan deze methode dienen om deelnemers op een andere manier naar objecten te laten kijken en zo hun creativiteit bevorderen. Bij deelnemers die dit alleen doen, heeft dit een kalmerend effect en verhoogt het hun focus.
Object handling is een flexibele methodiek waarbij je kan variëren. Enkele voorbeelden:
Object storytelling is een methodiek waarbij je een verhaal creërt of ontsluit, vertrekkende van of ondersteund door objecten.
Object storytelling is een methodiek die minder variatie toelaat dan bv. object handling. Aangezien je toewerkt naar een eindproduct, hang je daar ook een beetje aan vast. Het is dus moeilijk om halverwege een traject van richting te veranderen. Er is een vaste manier van werken:
Bij elke stap zijn er veel verschillende methodes mogelijk. Ga op zoek naar de kenmerken van je doelpubliek en de doelen die je met hen wilt bereiken. Afhankelijk daarvan kies je per stap een methode op maat.
Een verhaal van deelneemster Tulay.
Met maken bedoelen we op een kunstige manier zorgen dat iets heel wordt. Kunstig slaat op zowel het maakproces (denk bv. aan ambachten), als op het eindresultaat.
De focus ligt op de relatie tussen het maken en het denken:
Vaak wordt dit gelinkt met creatieve therapie. Binnen een therapeutische setting kan erfgoed ingezet worden, maar dit hoeft niet. Je kan ook welzijnsgerichte erfgoedinterventies toepassen zonder therapeutische doelstellingen voorop te zetten.
De meest voorkomende positieve resultaten zijn:
Ook het theoretisch kader ‘5 ways of wellbeing’ wordt sterk gelinkt aan deze methodiek. Maar in principe kan dit kader op alle vormen van welzijnsgerichte erfgoedinterventies toegepast worden.
Het denken met de handen verlegt de focus, weg van de dagelijkse bezorgdheden. Mogelijke toepassingen zijn het aanleren of toepassen van verschillende ambachten, toepassen van kunsten, oude technieken of net nieuwere technieken zoals Tinkeren. Immaterieel erfgoed kan bij deze methodiek dus een grote meerwaarde betekenen.
Let wel, een éénmalige workshop, zoals in veel musea wordt aangeboden, zal geen langdurige impact creëren. Deze methodiek heeft pas een meerwaarde voor de gezondheid als het binnen een traject of als een langdurig aanbod (zoals vrijwilligerswerk of wekelijkse sessies) wordt toegepast.
Ook groene zorg biedt gevarieerde mogelijkheden.
Groene zorg is een professioneel uitgevoerde behandelingsmethode. Via groen en groenactiviteiten focus je op het verbeteren van sociaal, cognitief, fysiek of psychologisch functioneren. Zoals beter kunnen slapen, een verlaagde bloeddruk, minder stress, een plaats voor zowel ontmoeting als rust en een gevoel van voldoening en zelfvertrouwen. Veel erfgoedinstellingen hebben de ruimte om groene zorg aan te bieden. Denk aan:
In Vlaamse en Brusselse musea wordt mindfulness steeds meer toegepast. Het is ook gekend onder de term Slow art. Meer en meer musea geven ruimte en begeleiding om mindfulness oefeningen toe te passen in hun tentoonstellingsruimtes. Tijdens deze, vaak zintuigelijke, oefeningen sta je bewust stil bij het heden, zonder erover te oordelen.
Er zijn zeven kenmerken, opgesteld door Jon Kabat-Zinn, die nodig zijn om van mindfulness te kunnen spreken: (jezelf) niet oordelen, geduld hebben, altijd weer opnieuw beginnen, vertrouwen hebben (in de oefeningen), niks willen bereiken, aanvaarding (het laten zijn) en kunnen loslaten.
Het regelmatig toepassen van deze methodiek resulteert in kennis en competenties om te kunnen omgaan met onrust, piekeren en stress tijdens het dagelijks leven. Een museum is een inspirerende plek om deze vaardigheden te leren. Enerzijds heb je de vele mogelijke (en veranderende) impulsen van de collectie. Anderzijds is ook de rust, die vaak in een museum te vinden is, een ondersteuning. Hoewel net ook in ruimtes met veel prikkels tot rust kunnen komen, een goede mindfulness oefening is. (Je hoeft dus geen stil museum te zijn om mindfulness aan te bieden).
Mindfulness staat sterk op zichzelf en heeft een concrete doelstelling. Het is daardoor minder combineerbaar met andere (erfgoed)methodieken. Het is ook een methodiek die hoofdzakelijk individueel wordt beleeft, ook als het in groep wordt aangeboden. Er bestaan al een aantal variaties om met deze methodiek aan de slag te gaan.
- Visual Thinking Strategie (VTS): De begeleider laat je traag maar intens naar de collectiestukken kijken. Al dan niet wordt hierover in groep in gesprek gegaan of op een andere manier tot uitdrukking gebracht zoals tekenen. De focus ligt daarbij op het waarnemen van details zoals kleuren en vormen maar ook geuren of achtergrondgeluiden, het perspectief van de kijker en het stilstaan in het moment.
- Yoga: Om VTS of het museumbezoek zintuigelijk scherper, en nog meer in het heden, te kunnen beleven, wordt er soms voorafgaand yoga aangeboden. Voor anderen wordt de yoga-oefeningen net intenser door het in een inspirerende ruimte met rust en schoonheid, zoals een museum, te doen.
- Whole body focusing: Tijdens deze methode gaan de deelnemers door een traag proces waarbij ze dieper stilstaan bij hun innerlijke bewegingen. De focus ligt daarbij telkens op de vijf lichaamsruimtes: omgeving, fysieke lichaam, energetische lichaam, interrelationeel (verhouding met collectie, anderen …) en de interactie met het grotere geheel.
De afgelopen jaren wordt literatuur steeds vaker ingezet als middel binnen welzijnsprocessen. Verbinding is vaak het sleutelwoord dat aan deze methodiek wordt gekoppeld. Enerzijds door het vinden van (h)erkenning bij anderen of bij zichzelf. Maar anderzijds ook door het verhogen van het empathisch vermogen en dus verhoogde sociale connectie.
"Het samenlezen laat toe om over gevoelens te praten, stimuleert de verbeelding en roept herinneringen op.’" (Akke Visser)
Samen lezen en voorlezen zijn laagdrempelige methodieken om te begeleiden maar ook om aan deel te nemen. Ze zijn daarbij gemakkelijk combineerbaar met andere erfgoedmethodieken. Over 1001 onderwerpen en in elk erfgoeddepot zijn er verhalen, gedichten, artikels, liedjesteksten of brieven te vinden. Samen tot verhaal komen of het uitschrijven van narratieve teksten vraagt al meer ervaring van de begeleider. Cultureel erfgoed kan daarbij dan net een sterke ondersteunend middel zijn (zie object storytelling).
Tip: bekijk ook de erfgoedwijzer van Faro voor meer methodieken.