‘Was je handen regelmatig en grondig met water en zeep’. Zo luidt het advies van de overheid in het voorjaar van 2020. Het blijft ook daarna één van de gouden basisregels in de bestrijding van de coronapandemie. Via de media krijgen we de boodschap dat onze handen verantwoordelijk zijn voor heel wat besmettingen. Water en zeep (of alcoholgel) zijn de beste bestrijdingsmiddelen tegen allerlei ziektekiemen. De coronapandemie scherpt op die manier adviezen en kennis aan die al sinds de 2e helft van de 19e eeuw op allerlei manieren de weg vinden naar de huiskamer.
Ziekte en persoonlijke hygiëne
In de 2e helft van de 19e eeuw ontstaat er een professionele groep hygiënisten, wetenschappers die zich bezighouden met de openbare gezondheidszorg. Zij willen vooral de leefomstandigheden van de lagere klassen verbeteren. Die leven vaak in ellendige omstandigheden en zijn daardoor het meest vatbaar voor ziektes. Dat leidt tot grootschalige openbare werken: riolering, watervoorziening, huisvesting, … Hygiënisten richten zich daarnaast ook op de persoonlijke hygiëne. Zij vinden dat iedereen de plicht heeft om voor de eigen gezondheid te zorgen, om zo de hele bevolking te behoeden voor epidemieën.
De wetenschappelijke inzichten over het belang van een goede persoonlijke hygiëne komen op verschillende manieren in de huiskamer terecht, maar adviesboeken spelen een belangrijke rol. Tot ver in de 20e eeuw zijn zij in vele huishoudens terug te vinden. In deze handboeken krijgen vooral vrouwen allerlei adviezen over huishoudelijke taken. Ze schetsen een eerder burgerlijk ideaalbeeld van het perfecte huishouden. Ook rond persoonlijke lichaamsverzorging geven ze heel wat advies
Advies voor een schoon lichaam
Al deze handboeken benadrukken het belang van een goede persoonlijke hygiëne. Volgens De vrouw als dokter thuis, een handboek uit 1910 van de Zwitserse dokter Jenny Springer, is hygiëne ‘de kunst om het leven te verlengen’. Maar hoe beoefen je die kunst? Naast onder meer gezonde voeding, frisse lucht, voldoende slaap en lichaamsbeweging, hameren adviesboeken op een goede lichaamsverzorging. ‘Voor elke maaltijd dient men de handen, die het meest met infectiekiemen in aanraking plegen te komen, zorgvuldig met zeep te wassen,’ zo stellen de auteurs van de Winkler Prins voor de vrouw in 1952, want ‘veelvuldig handen wassen vermindert de ziektekansen’.
Dit lijkt op het eerste zicht een neutrale boodschap, maar dat is het niet. Al deze adviezen zijn immers gericht aan vrouwen, voornamelijk in hun rol als huisvrouw. De vrouw als dokter thuis en de Winkler Prins voor de vrouw maken meteen duidelijk op wie zij zich richten. Ook in de jaren 1960 verdwijnen dergelijke adviezen voor huisvrouwen niet. Denk maar aan het populaire huishoudhandboek Femina, waar de Belgische radio- en televisiepresentatrice Paula Sémer aan meewerkt.
Het is niet zo verwonderlijk dat de inzichten rond hygiëne in de eerste plaats op de vrouw gericht zijn. Dat beantwoordt aan het burgerlijke ideaal van de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. De private sfeer (‘thuis’) is daarbij voorbehouden aan de vrouw, terwijl de publieke sfeer het domein is van de man. De vrouw is dus de belangrijkste hoedster van het huishouden en daarom ook van een goede persoonlijke hygiëne.
Schoon zijn is mooi zijn
Deze adviezen gaan ook niet alleen over het bestrijden van ziektekiemen. In dit soort boeken betekent ‘schoon’ zijn niet enkel rein en gezond zijn, maar ook mooi en aantrekkelijk zijn. Dokter Jenny Springer schrijft bijvoorbeeld ‘dat schoonheid identiek is met gezondheid’: door het ene te verzorgen, bevorder je ook het andere. Het boek Levenskunst uit 1958 benadrukt dat we ons lichaam moeten verzorgen om ‘flink en fit’ te blijven én om er goed uit te zien, zowel voor onszelf als voor anderen. Ook de auteurs van Femina benadrukken het verband tussen gezondheid en aantrekkelijkheid: ‘Schoonheid en gezondheid, verenigd in een goedverzorgd uiterlijk, dat is het doel waarnaar iedere vrouw streeft’.
Zo bieden deze adviesboeken een interessante inkijk in hoe lichaamsverzorging evolueert in de 20e eeuw. De nadruk verschuift van wetenschappelijke ideeën over ziektekiemen naar een focus op uiterlijke schoonheid. Vrouwen zijn daarbij het belangrijkste doelpubliek. Schoonheid wordt gekoppeld aan aantrekkelijkheid, waarbij het onderscheid tussen ‘schoon’ en ‘mooi’ steeds meer vervaagt. Al zien we dat bij een plotse gezondheidscrisis, zoals de coronapandemie, de wetenschappelijke inzichten over ziektekiemen weer de bovenhand krijgen.
Deze tekst is gebaseerd op De Schutter, Sam. “Een zuivere, zachte huid: Ziektekiemen, lichaamsverzorging en schoonheid in de twintigste eeuw.” Tijd-Schrift 11, nr. 1 (2021): 48-65.
Kenniscentrum over het erfgoed van het dagelijks leven
Studio Alijn is te bezoeken na afspraak tijdens weekdagen
van 10:00 tot 17:00 via studio@huisvanalijn.be of
T 09 235 38 00.
Adres Studio Alijn
Kraanlei 69, 9000 Gent